In deel 18 van de 25 dagen van Vlaanderen kan een foto bekeken worden van de Bijlengang. Weet er iemand waar die zich juist situeerde? Zijn er nog andere merkwaardige verdwenen gangen in Antwerpen?
Het Mercator-Orteliushuis te Antwerpen: een samenvatting
Ivan Derycke, m.m.v. Georges Troupin en Johan Veeckman
Eén van de voornaamste schuldeisers op de eigendommen van P.P. jr. was Catharina Blommaert, weduwe van Jean Schut, die vier duizend gulden te verhalen had. De curatoren van de erfenis weten dit echter in de jaren 1695-97 in orde te brengen. Aldus kon de stadhouder van de amman de Spiegel op 11 augustus 1695 verkopen om de schuldeisers, meerbepaald Vincent Gellesem en Catharina Blommaert, tevreden te stellen. Het werd toen beschreven als "eene groote huysinge met groote poorte diversche neercamers groote salette groote hove met gaelderye, diversche boven camers, solders, kelders, stalle, achter huyse ende wagenhuys met eene groote poorte vuytcomende inde lange ridderstraete appendentien ende dependentien van dien gronde en de allen den toebehoirten". Eigenaar voor 18.000 gulden wordt Catharina Blommaert zelf. Voor het overige waren de rechtelijke kosten zijnde 408 gulden en 8 stuivers en een tekort van 5591 gulden 12 stuivers betaald aan de amman. In een akte van 25 januari 1698 verklaren haar kinderen zijnde Joannes Schut, priester, Catharina Schut weduwe van de koopman Joan van Delft, Jacobus Schut en Meester Petrus Henricus Schut, voormalig schepen en oud-aalmoezenier, echter dat de feitelijke eigenaar hun broer Norberto Schut, koopman en oud-aalmoezenier is, en dat hij alles had betaald. Tot slot verkoopt curator notaris Philips Maria Francot op 17 oktober 1697 voor 1375 gulden aan Norbert Schut, koopman en oud-aalmoezenier het 'Juristenhuis' zijnde "een huys met keukens camer plaetse achterhuysen hove gronde [ende] allen den toebehoorten..." gesitueerd tussen het huis van Norbertus Schut en de Bijlengang.
Een Norbertus Schut gaat aan de slag en laat rond 1698 door bouwmeester Hendrik Frans Verbrugghen (o.a. schepper van de preekstoel in de Antwerpse St.-Augustinuskerk) omvangrijke verbouwingen uitvoeren. Volgens Smolders had het oorspronkelijke gebouw waarschijnlijk een binnenkoer die slechts aan drie zijden gesloten was, n.l. door twee zijvleugels aangebouwd en verbonden met het gedeelte langs de Kloosterstraat. Deze beide zijvleugels zijn inzake opvatting en constructie zeer verwant met de gemengd laatgotisch-renaissance bouwtrant. Verbrugghen zou beide zijvleugels met elkaar verbinden door een bijgebouw in een totaal andere stijl dat de binnenkoer nu volledig zou afsluiten in klassicerende barok. Deze portiek werd versierd met twee stenen beelden van de hand van J.C. de Cock. De achtergevel werd bijzonder fraai uitgebouwd waardoor deze in feite het karakter van een voorgevel kreeg.
Van de meer dan 300 gangen die oud-antwepen kende, zijn er volgens mij nog slechts een viertal over : de meest bekende is vermoedelijk de Vlaaikensgang, de andere zijn de Nieuwe gang, de Roskamgang en de Terninckgang.
Wat het aantal gangen en hun locatie betreft vindt je veel gegevens in "De geschiedenis van de antwerpse straatnamen van Robert vande Weghe
Volgende gangen bestaan ook nog:
Er zijn heel wat meer gangen in Antwerpen aanwezig, zowel middeleeuwse als negentiende eeuwse! Enkele: Salmgang, Mazengang, Zilversmidgang, Calloiesgang, Lepelaarsgang of Varkensgang...; verder ook nog in de Reyndersstraat en in de Schoyestraat.
Indien je meer wil weten over deze gangen kijk dan eens op de website van VIOE, bij de databank van de inventaris tik je gewoon gang en antwerpen is...
Succes
Zelf ben ik op zoek naar informatie over de gang in de Congresstraat °26 en °40-42. Indien iemand me hierbij kan verder helpen?
de gang in de congresstraat is de artiestengang.
» Terug naar De 25 dagen van Antwerpen